Wijzigingswet financiële markten 2014

Per 1 januari 2014 is de Wijzigingswet financiële markten 2014 in werking getreden. Onderstaand zetten wij de belangrijkste zaken voor u op een rijtje:

Nieuw vakbekwaamheidsbouwwerk voor financieel dienstverleners
Als financiële dienstverlener krijgt u en uw medewerkers te maken met het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk. De nieuwe vakbekwaamheidsregels betekenen een diplomaplicht voor alle medewerkers die zich binnen uw kantoor bezighouden met het adviseren van klanten. Naast het behalen van een diploma dienen deze medewerkers in het kader van permanente educatie 3-jaarlijks een PE-examen met goed gevolg af te leggen om aan te tonen dat ze nog steeds over de benodigde (actuele) vakkennis beschikken. Bent u op 31-12-2013 vakbekwaam dan kunt u deelnemen aan de overgangsregeling door voor 1-1-2016 het PE Plus examen met goed gevolg af te leggen.

Algemene zorgplicht voor financieel dienstverleners
Klanten moeten beschermd worden tegen slechte financiële producten. De algemene zorgplicht beoogt te waarborgen dat het belang van de klant meer centraal staat bij banken, verzekeraars en financiële dienstverleners. Daarnaast kan de AFM door de zorgplicht eerder ingrijpen bij misstanden.

Alhoewel eerder door de Raad van State een negatief advies is afgegeven over de invoering van de algemene zorgplicht, is deze toch ingevoerd. De minister heeft in een memorie van antwoord aangegeven dat de publiekrechtelijke verankering van de algemene zorglicht is bedoeld als een aanvulling op het systeem van consumentenbescherming en als vangnet indien specifieke regels ontbreken. De regering verwacht niet dat de publiekrechtelijke verankering van de zorgplicht zal leiden tot het “achteroverleunen” van klanten. De algemene zorgplicht ontslaat de klant namelijk niet van zijn eigen verantwoordelijkheid om zich te (laten) informeren over de betreffende producten of diensten en de daaraan verbonden kosten en risico’s. Dit is ook een essentieel element voor een goede marktwerking. Het ‘in acht nemen van de belangen van de klant’ betekent niet dat u als financieel dienstverlener te allen tijde ervoor verantwoordelijk bent dat de klant ook daadwerkelijk een passende beslissing neemt. Daarnaast geldt op basis van het civiele recht reeds een zorgplicht voor u als financieel dienstverlener.

Gezien het vangnetkarakter van de zorgplicht, ligt het ook minder voor de hand dat de AFM op korte termijn beleidsregels en andere richtsnoeren publiceert om op voorhand een eigen interpretatie van de algemene zorgplicht te geven. Het is wel denkbaar dat de AFM, aan de hand van eventuele concrete gevallen waarin zij schendingen van de zorgplicht heeft gesignaleerd en handhavend heeft opgetreden, richtsnoeren of beleidsregels publiceert waarin zij haar handhavingsbeleid ten aanzien van bepaalde gedragingen bekendmaakt.

Provisieverbod voor beleggingsondernemingen
In navolging van het provisieverbod voor financiële dienstverleners dat in werking is getreden per 1 januari 2013, worden de passende provisieregels voor beleggingsondernemingen vervangen door een provisieverbod met ingang van 1 januari 2014. Het verbod op provisies voor beleggingsondernemingen is gericht op voorkoming van perverse prikkels en zal gelden bij de beleggingsdiensten voor (individueel) vermogensbeheer, beleggingsadvies en execution only dienstverlening. Net als bij het provisieverbod voor financiële dienstverleners, betaalt de klant straks zelf direct voor de dienstverlening die hij ontvangt. Daarmee wordt beoogd dat het risico afneemt dat de beleggingsonderneming vanwege de provisie niet in het belang van de klant handelt.

Bankspaarrekeningen Eigen Woning
DNB keert volgens het depositogarantiestelsel vergoedingen uit aan rekeninghouders die een rekening aanhouden bij een bank die in een faillissement terecht is gekomen. Vanwege de speciale aard van verbonden bankspaarrekeningen speelden de gronden voor het depositogarantiestelsel bij die rekeningen een beperkte rol. Er is in de Wijzigingswet financiële markten 2014 dan ook voor gekozen om, wanneer zich bij de bank een faillissement voordoet, de bankspaarrekening Eigen Woning en de daarmee verbonden schuld tot hun gemeenschappelijk beloop opeisbaar te laten worden en met elkaar te verrekenen. Doorgaans zal het saldo op de rekening kleiner zijn dan de verbonden schuld. Het gevolg hiervan is dat de rekeninghouder ter zake van de bankspaarrekening in beginsel geen aanspraak kan maken op een vergoeding door de garantieregeling van de Nederlandse overheid voor spaarders.

Toezicht op afwikkelondernemingen van elektronisch betaalverkeer
De hoge dichtheid van het elektronisch betaalverkeer in Nederland en de internationalisering daarvan vragen om wettelijk toezicht op de ondernemingen die girale betalingstransacties afwikkelen. Toezicht door DNB en de AFM en een verplichte vergunning voor binnen- en buitenlandse afwikkelondernemingen moeten het risico op maatschappelijke ontwrichting beperken en een ordelijk en transparant marktproces bevorderen.

(Bron: Nederlands Compliance Instituut)
 

Nieuwsoverzicht

Deel dit bericht

Contactgegevens 

| Ophrys | Brugstraat 81 | 5731 HG Mierlo | 0492 344 988 | info@ophrys.nl